Op bewijs gebaseerde ondervraging: Hoe verhoorders bewijs aan verdachten moeten presenteren

Politieagenten ontvangen zelden training over hoe ze bewijs moeten beoordelen en onthullen tijdens het ondervragen van verdachten. In een onderzoeksproject bij ALLP gefinancierd door de High-Value Detainee Interrogation Group (FBI) hebben Simon Oleszkiewicz, Marika Madfors, Matthew Jones en Annelies Vredeveldt een nieuw artikel gepubliceerd in het gerenommeerde academische tijdschrift Psychology, Public Policy and Law. Het artikel beschrijft een onderzoek waarin Amerikaanse politieagenten zijn getraind en getest in het strategisch onthullen van bewijsmateriaal tijdens verdachtenverhoren om de integriteit van hun onderzoeken te verbeteren.

De auteurs hebben onderzoeksresultaten op basis van bewijsonthulling en praktische ervaring bij het uitvoeren van overval- en moordonderzoeken samengevoegd. Op basis van hun inzichten hebben ze een trainingshandleiding en een tweedaags trainingsprogramma ontwikkeld voor politieagenten. De training richt zich op systematisch onderzoeken van plausibele verklaringen voor hiaten en discrepanties binnen een onderzoek op een manier die helpt om deze op te lossen, terwijl tegelijkertijd de betrouwbaarheid van het beschikbare bewijs wordt onderbouwd.

Uit trainingsproeven bleek dat de agenten de training volgden, wat leidde tot een afname van het gebruik van riskante en problematische interviewmethoden (zoals liegen, bluffen en lokken met bewijs). Daarnaast nam het gebruik van productieve vragen en effectieve bewijsonthullingsstrategieën (zoals beoordelen, ordenen en stuksgewijs onthullen van bewijs) toe dankzij de training. Dit resulteerde in verbeterde resultaten bij het ondervragen van fictieve verdachten. De auteurs concluderen dat agenten die bewijs openbaren in lijn met de training waarschijnlijk betrouwbaarder bewijsmateriaal zullen verkrijgen in strafrechtelijke onderzoeken.

Het artikel is open access gepubliceerd in Psychology, Public Policy and Law en kan hier worden gelezen.